INLEIDING
Konijntjes houden ervan rond te huppelen, een “sprintje te trekken” en vrolijke luchtsprongen (binkies) te maken.
Jammer genoeg zie je maar al te vaak een konijn dat veroordeeld is tot een leven lang in een hokje van 0,5m op 1m of zelfs nog kleiner. Als dat het enige is dat men het beestje te bieden heeft, is het beter er gewoon niet aan te beginnen. In het asiel krijgen wij frequent dergelijke konijnen binnen. De eerste weken tot maanden zijn veel van deze dieren apatisch, zelfs depressief. Dikwijls vertonen ze ook een verstoord eetpatroon. Ze kregen dagelijks een volle bak (meestal gemengde) korrels voorgeschoteld en aten daarvan meer dan noodzakelijk, uit verveling, met overgewicht tot gevolg. Overgewicht en weinig beweeglijkheid kunnen dan weer leiden tot lichamelijke gebreken als pododermatitis (ontstoken voetzolen) en spieratrofie (afsterven van spieren).
Eigenlijk komt het hierop neer: hoe meer (veilige) ruimte je kan bieden aan je konijnen, hoe beter! Wij hanteren 4 m2 permanente leefruimte voor 2 dwergkonijnen als minimum. Het spreekt voor zich dat dit voor 2 Vlaamse Reuzen te klein is.
Sommige konijnenbaasjes vragen of het niet voldoende is dat ze hun konijntjes een paar uur per dag laten rondhuppelen en dan voor de overige tijd in een hok steken. Konijnen zijn het meest actief ’s avonds laat en ’s morgens vroeg (schemerdieren), wanneer ze dus waarschijnlijk net in hun hok zullen moeten. Daarenboven zal je konijn zelf vlug laten weten wanneer het uit zijn hokje wil en kunnen daarbij vervelende gewoonten ontstaan, zoals traliebijten. Zorg er daarom voor dat ze ten allen tijde, wanneer ze daar zelf meest behoefte aan hebben, de pootjes kunnen strekken. Gelukkig konijn, maakt gelukkig baasje.